Het aantal voedselbossen in Vlaanderen is de laatste jaren sterk gestegen maar dit nieuwe fenomeen is nog relatief onbekend bij het grote publiek. Een documentaire over Vlaamse voedselbossen en een voedselbosboek zal hier dit jaar verandering in brengen. Ook wordt er voor november een voedselbosstrategie uitgewerkt door het Food Forest Institute dankzij het Departement van Landbouw en Visserij.

Een voedselbos is een manier van landbouw waarbij beleving en natuur, naast voedselproductie, een belangrijke rol spelen. Zoals het woord zegt bestaat een voedselbos uit voornamelijk bomen die voedsel produceren. Ze bieden een antwoord op de teloorgang van biodiversiteit en zorgen voor een maximale opslag van CO2. Het is een landbouwvorm waarbij mensen zich betrokken voelen en die de stad verbindt met het platteland.

In Vlaanderen hebben we al zo’n 150 voedselbossen variërend van stadsvoedselbossen tot een voedselbos in een psychiatrische instelling tot samentuinplekken tot landbouwbedrijven. Food Forest Institute heeft de verhalen van voedselbospioniers gegoten in een documentaire die deze lente uitkomt en inmiddels al geselecteerd is voor enkele filmfestivals.

“De interesse voor voedselbossen is gewoon ontploft: na een persartikel over de documentaire kreeg ik een telefoontje van uitgeverij Sterck & Devreese met de vraag om het eerste Belgische boek over voedselbosontwerp te schrijven, daar heb ik uiteraard geen nee tegen gezegd en deze lente ligt deze in de rekken.” zegt Louis De Jaeger, voedselbos-expert bij Food Forest Institute.

Een nieuw initiatief van Hilde Crevits: Voedselveranderaars, geeft Food Forest Institute de mogelijkheid om samen met landbouw- en milieuorganisaties, boeren en voedselbossers een voedselbosstrategie uit te werken voor Vlaanderen. Ook onderzoeken het ILVO, BOS+, HoGent, Food Forest Institute en andere partners onder andere pistes om voedselbosproducten te vermarkten.De Verwildering

“De voedselboscommunity begint echt groot te worden, ik ben dankbaar dat onze overheid de ontwikkeling van deze land(bouw)vorm verder wil ondersteunen.” klinkt het.